zondag 2 december 2012

Kunnen we zonder natuur ?

De vooruitgang heeft in ons land duidelijk zijn sporen nagelaten op de natuurbeleving en de betrokkenheid bij de natuur.
Lang niet iedereen is overtuigd van het belang van biodiversiteit in de nabije toekomst.
Ecologen waarschuwen steeds opnieuw en met bewijzen voor de gevolgen van een verdere aantasting van de biodiversiteit.
De aarde, zeggen ze, is op weg naar een kantelpunt, waarbij grote ecologische verschuivingen enorme gevolgen zullen hebben.
De meeste mensen liggen daar niet wakker van, ze geloven wel dat het uitsterven van soorten en het verlies van ecosystemen tot problemen zou kunnen leiden, maar ze vertrouwen erop dat die met onze technische vooruitgang wel zullen worden opgelost.
Zo zijn er twee groepen ontstaan die volledig langs elkaar heen praten en dat blokkeert het ontwikkelen van een krachtig natuurbeleid.
Hoe kunnen we deze patstelling nu doorbreken ?
Misschien zou het goed zijn, al vinden ecologen dat lastig, om toe te geven dat natuurlijk de mogelijkheid bestaat dat we op termijn de natuur niet langer echt nodig zullen hebben, want we kunnen bijvoorbeeld steeds meer voedsel in gecontroleerde vorm kweken, DNA-codes kraken en op termijn misschien wel het weer en het klimaat bepalen, maar ………….
Dat belangrijke “maar” hoort er wel bij: we weten het namelijk niet zeker, net zo min als we zeker weten of we dat wel moeten willen en we weten absoluut niet wanneer dat belangrijke kantelpunt zal plaatsvinden.
Er zijn signalen, zoals de stijgende temperatuur en het in snel tempo uitsterven van dier- en plantensoorten, dat het over enkele generaties al zover kan zijn.
Omdat we dus niet zeker weten of we op termijn de natuur niet meer nodig zullen hebben, moeten we alleen al daarom -gezien alles wat op het spel staat- de aantasting van biodiversiteit sterk bestrijden.
En zijn we op het moment dat het kantelpunt komt wel zover met onze zogenaamde “technical fix”, dat we de dan opkomende problemen kunnen oplossen ? Vernieuwen we daar snel genoeg voor, ook voor de kwetsbare gebieden op aarde?
Het is goed mogelijk dat de aantasting van de biodiversiteit en het klimaat een stuk sneller gaat dan het pad naar volledige onafhankelijkheid van de natuur, als dat al ooit zal lukken.
We kunnen ons dus geen verdere aantasting van de natuur veroorloven.
Dat is aan iedereen uit te leggen, zonder afbreuk te doen aan het geloof in vooruitgang en vernieuwing.
Daarmee hebben we de patstelling doorbroken.

zaterdag 3 november 2012

Verdroging in de Oisterwijkse natuur


Verdroging in de Oisterwijkse natuur











De Oisterwijkse bossen en vennen en de Kampina hebben last van verdroging. Als je niet van de hoed en de rand weet, ga je daar aan twijfelen wanneer je in de Kampina over de Van Tienhovenlaan loopt. 
Heel vaak kun je er daar in de buurt van het mooie Brandven niet doorheen, omdat de hele laan onder water staat.
Toch is het zo: een groot deel van het jaar is het grondwaterpeil te laag en daar draait het bij verdroging om.
Dat heeft vervelende gevolgen voor de natuur. De dophei bijvoorbeeld, die van nature in de natte vennengebieden voorkomt, dreigt daardoor te verdwijnen, de waterkwaliteit van de vennen vermindert en dat heeft een negatief effect op allerlei plant- en diersoorten, ook op de zeldzame.
De biodiversiteit neemt dus af in deze gebieden.
Hoe is dat zo gekomen?
Landbouwgrond kun je pas goed bewerken wanneer de neerslag is weggezakt. Dus zorg je voor snelle waterafvoer naar greppels en sloten. Het gaat nog sneller bij een laag waterpeil in de sloten. Doot dit alles is het grondwaterpeil onder landbouwpercelen vaak structureel lager dan in de natuurlijke situatie. Wanneer in de buurt natuurgebieden liggen, zoals de Oisterwijkse bossen en vennen en De Kampina, dan daalt ook daar het grondwaterpeil. Bij lagere grondwaterstanden wordt er meer regenwater in het gebied vastgehouden. Regenwater is zuurder dan grondwater en bevat mineralen die voor de oorspronkelijke begroeiing niet goed zijn. De ontwatering en afwatering voor de landbouw leidt dus tot twee vormen van verdroging: daling van grondwaterstand en verandering van de kwaliteit van het water.
Grondwaterwinning kan ook leiden tot een verlaging van de grondwaterstand en als dat in of vlakbij een natuurgebied gebeurt, kan dat gebied dus verdrogen. Elk jaar wordt in Nederland zo’n 750 miljoen m3 grondwater uit de bodem gehaald voor drinkwatervoorziening. Dat gebeurt in ongeveer 250 pompstations, die gebouwd zijn op plaatsen waar goed en gemakkelijk grondwater beschikbaar is.
Niet helemaal toevallig zijn dat vaak gebieden met hoge natuurwaarden, juist vanwege dat goede grondwater. De Kampina ligt tussen twee van zulke waterwingebieden in.
Er moet dus worden ingegrepen: Natuurmonumenten, Brabants Landschap en Waterschap De Dommel gaan dat doen. Zij gaan het grondwaterpeil verhogen door slootjes te dempen, de waterstand in De Rosep plaatselijk te verhogen en rond De Huisvennen naaldbomen te kappen. Naaldbomen verdampen namelijk het hele jaar door via hun naalden grondwater dat ze met hun wortels uit de bodem halen. Heide en grassen die op de open plekken gaan groeien, verdampen veel minder water.
Dat ze maar snel beginnen !

woensdag 17 oktober 2012

Kapvergunning

Kapvergunningen zijn vaak onderwerp van onenigheid, ook in de gemeente Oisterwijk. Denk maar aan de heisa die ontstond rondom de vrijheidseik op De Lind en aan het rumoer dat kortgeleden ontstaan is rondom de aangevraagde kapvergunning voor de monumentale lindeboom die voor het pand Kerkstraat 57 staat. De aanvrager wilde de boom verwijderen, maar de buren, de Heemkundekring en het B-team waren daar op tegen, net zoals menig Oisterwijker.
Steeds vaker komen burgers in actie tegen het verdwijnen van groen in de woonomgeving en maken bijvoorbeeld bezwaar tegen het kappen van een boom, maar het lijkt er ook op dat in de gemeente Oisterwijk steeds meer kapvergunningen worden aangevraagd. Bezwaar maken tegen voorgenomen kap heeft dikwijls helaas geen zin, want je moet 'belanghebbende' zijn. Belanghebbenden kunnen bezwaar maken. Ruwweg gesproken ben je belanghebbende als je de boom vanuit je woning of tuin kunt zien, of er dicht bij in de buurt woont, pas dan wordt inhoudelijk gekeken naar het bezwaar. De bestuursrechter zal dus altijd eerst toetsen of je belanghebbende bent.
De rechtbank Utrecht gaf onlangs de volgende invulling aan het begrip 'belanghebbende' bij bomenkap: personen die op meer dan 100 meter afstand wonen en geen zicht hebben, zijn niet belanghebbende, alsook personen die op meer dan 200 meter afstand wonen en wel zicht hebben op de boom. De rechtbank overwoog wel dat hier onder bijzondere omstandigheden van kan worden afgeweken. Bijvoorbeeld als er sprake is van een beeldbepalende of monumentale boom, die bijzondere waarden vertegenwoordigt, of bij grote aantallen bomen in een stadspark of bos. Me dunkt dat bij Kerkstraat 57 sprake is van zowel een monumentale als wel een beeldbepalende boom. De gemeente heeft inmiddels een beslissing genomen: de lindeboom mag niet gekapt worden.
Daarbij heeft ze het belang van de aanvrager, als het goed is, afgewogen tegen het belang van de boom. De boom heeft gelukkig gewonnen en dat is gebeurd op basis van een beoordeling van de kapvergunningsaanvraag.
Deze wijze van beoordeling, dit “kapvergunningenbeleid” is erg ondoorzichtig en functioneert niet goed. Het zou, is toegezegd in 2010, onder de loep genomen en eventueel aangepast worden bij de totstandkoming van het nieuwe groenstructuurplan 2011. Het is nu oktober 2012, het groenstructuurplan 2011 is er nog steeds niet en het ondoorzichtig, rammelend beleid rondom aangevraagde kapvergunningen bestaat nog steeds. Gemeente Oisterwijk: waar blijf je ?


vrijdag 6 juli 2012

Het lenteakkoord en de natuur



Afval aan de Del Campoweg in Sint Philipsland. foto Politie
Ik ben blij dat de aanzienlijke tekorten op natuurbeheer in het lenteakkoord voor een deel zijn teruggedraaid. Daardoor is het realiseren van het nationale netwerk van natuurgebieden, de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), gelukkig weer mogelijk. En het stelt ook echt iets voor, want in het akkoord is er een langetermijnregeling van gemaakt en daardoor komt een onderbouwd natuurbeleid weer in het zicht. 
De 200 miljoen euro, die voor de natuur worden vrijgemaakt, lijken goed besteed te worden, waarbij ook gedacht is aan recreatiegebieden rond steden, aan waardevolle landschappen en aan meer toezichthouders, zodat stroperij en afvaldumping hopelijk zullen verminderen.
Maar hoewel het lenteakkoord een flinke stap vooruit betekent, zijn de zorgen voor het natuurbeheer in de toekomst niet weg. De bezuinigingen zijn namelijk niet helemaal van tafel.
De subsidies voor natuurbeheer zullen fors gaan dalen en de investeringen in natuur van de afgelopen jaren dreigen hierdoor teniet te worden gedaan, tenzij provincies uit eigen middelen aanzienlijk gaan bijdragen aan natuur- en landschapsbeheer.
Hier ligt ook een uitdaging voor de natuurorganisaties: zij zullen op zoek moeten naar andere geldbronnen. De postcodeloterij is er zo een, net zoals de verkoop van hout uit de bossen en klei of grind uit de rivieren en uiterwaarden. Ook de productie van energie door vergisting van biomassa als bladafval biedt mogelijkheden.
Een nieuw idee, gelanceerd door het Nationaal Groenfonds, is de groengarantie. Groengarantie is een contractuele afspraak tussen twee of meer partijen. Samen maken ze afspraken over het in stand houden of verbeteren van hun omgeving. De partij die de garantie ontvangt, de koper, kan een huiseigenaar, een belangenvereniging, een terreinbeherende organisatie, een bedrijf of een projectontwikkelaar zijn. Die kopen daarbij bijvoorbeeld het recht op vrij uitzicht door geld te storten in een fonds waarmee onderhoud van landschap wordt gefinancierd. Bezitters van een woning kunnen groengarantie bijvoorbeeld gebruiken om afspraken te maken over het onderhouden of verbeteren van de ruimte rond hun woning. De partij die de vergoeding ontvangt, de verkoper, is altijd een grondeigenaar. Grondbezitters kunnen groengarantie verkopen om extra inkomsten te genereren voor onderhoud en beheer, om vrijwilligers te werven of zelfs voor marketingdoelen. Genoemd fonds komt daarnaast met nog een opmerkelijk initiatief. Het adviseert natuurbegraafplaatsen aan te leggen. Tachtig tot honderd graven op een hectare levert volgens het Nationaal Groenfonds al gauw eenmalig 150.000 euro op.
De terugtredende overheid biedt dus ook kansen voor natuurbeleid.
We zullen zien of die kansen ook gegrepen worden.

zondag 3 juni 2012

Het wild zwijn is terug in Brabant !


Het wild zwijn in Brabant: wat moeten we daar nu van denken ?
In ieder geval is het zo dat het dier terug is, dus het is er eerder geweest. Voordat de intensieve landbouw en veeteelt hun intrede deden, kwam de voorouder van onze varkens hier namelijk veel voor. Wilde zwijnenvlees was zelfs de favoriete maaltijd van Asterix en Obelix.
Wilde zwijnen horen hier dus wel.
En nu zijn ze terug dankzij het natuurbeleid en de ecologische verbindingszones en ze planten zich snel voort.
Is dat wenselijk?
Wilde zwijnen hebben een positief effect op de biodiversiteit en zijn daarom een verrijking voor de natuur. Wenselijk dus.
Maar de dieren veroorzaken ongelukken, brengen schade toe aan gewassen en zijn gevaarlijk ! Niet wenselijk dus.
Dat wilde zwijnen voor ongelukken zorgen zal best waar zijn, hoewel er geen voorbeelden van bekend zijn, maar dat doen bijvoorbeeld reeën ook, al zijn die wel wat voorzichtiger. Moeten die dan ook maar uit onze natuur geweerd worden ?
Bovendien hebben bijna alle ongelukken een andere oorzaak, waarbij onverantwoord rijgedrag de belangrijkste factor is en dat heeft sowieso niets met dieren te maken.
Dat wilde zwijnen kunnen zorgen voor gewasschade is ook waar, maar door ze bij te voederen houd je ze weg van de landbouwgronden. Bijvoederen gaat heel gemakkelijk, want het wild zwijn is zoals alle varkens een veeleter. Het dier smikkelt onder meer gras, bladeren, eikels, beukennoten, kruiden, wortels van allerlei planten, paddenstoelen, vruchten en ook kikkers, slangen en wormen moeten er aan geloven. Bovendien is de schade beperkt en wordt die ook nog eens vergoed uit het Faunafonds.
En dan zouden ze ook nog gevaarlijk zijn voor de bezoekers van de natuur. Het wild zwijn is inderdaad een intelligent dier, leep en snel, en als het erop aankomt zeer gewelddadig. De naar boven gerichte hoektanden van het mannetje kunnen gruwelijke wonden veroorzaken. Toch is de kans dat je er een tegenkomt minimaal.
Ook hier is geen voorbeeld bekend, dat mensen zijn aangevallen.
Volgens het huidige beleid mogen wilde zwijnen formeel alleen op de Veluwe en de Meinweg voorkomen, daarbuiten geldt het zogenaamde nulstandbeleid. Maar er zijn ondertussen al zwijnen gesignaleerd op diverse plaatsen buiten deze gebieden, zoals bijvoorbeeld in het Leenderbos, en daarmee wordt het nulstandbeleid onhoudbaar. Het is volgens mij ook ongewenst, omdat wilde zwijnen zoals gezegd van oudsher gewoon in Nederland thuishoren en op ecologisch vlak een meerwaarde hebben.
Wilde zwijnen … laat maar komen !

zondag 6 mei 2012

Wereldbiodiversiteitsdag.


De VN hebben 22 mei uitgeroepen tot Wereldbiodiversiteitsdag. Biodiversiteit is de verzamelnaam voor de grote verscheidenheid aan micro-organismen, dieren- en plantensoorten. “Bio” betekent leven, “diversiteit” betekent afwisseling, verschil.
Die verscheidenheid is van enorm belang, want alle planten- en dierensoorten op onze planeet hebben een functie. Eén soort dient bijvoorbeeld als voedsel voor de ander, zoals een gazelle voor een leeuw. Een boom haalt CO2 uit de lucht tijdens zijn groei en houdt met zijn wortels vruchtbare aarde vast. Er zijn planten met medicinale eigenschappen en dieren die via hun ontlasting zaden verspreiden.
Organismen op de bodem van een oerwoud zorgen ervoor dat omgevallen bomen tot pulp worden gemalen en weer als voedingsstof dienen voor andere bomen. Zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Meestal wordt pas goed duidelijk welke functie een plant of dier heeft, als er problemen ontstaan omdat de soort op het punt staat te verdwijnen. Neem de nijlpaarden in Centraal-Afrika. Nijlpaardenpoep is een belangrijke voedselbron  voor vissen. Omdat het aantal nijlpaarden door stroperij alarmerend daalt, verdwijnt ook het voedsel voor de vissen. Hierdoor holt de visstand achteruit en daardoor heeft de lokale bevolking weer problemen om aan eten te komen. Die samenhang in de natuur noemen we een ecosysteem en dat is daar nu verstoord.
Biodiversiteit houdt ecosystemen juist in stand en zorgt daardoor voor grondstoffen voor ons bestaan: kleding, voedsel, medicijnen, brandstof, schone lucht en water.
De Coalitie Biodiversiteit 2010 organiseert de Wereldbiodiversiteitsdag in het kader van het internationale ‘Jaar van de Biodiversiteit’.
Het doel van de dag is dat mensen zich meer bewust worden van het belang van biodiversiteit. Dit kan het beste door iedereen zoveel mogelijk van de natuur te laten genieten.
Alle Nederlanders worden uitgenodigd op natuurterreinen, boerderijen of in botanische tuinen om zelf te komen ontdekken wat biodiversiteit betekent.
Door het hele land vinden inspirerende activiteiten plaats.
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Irene bijvoorbeeld, zoekt op 22 mei in de Duinen van Oostvoorne samen met een groep kinderen naar de schatten van de biodiversiteit.
De hoop is dat mensen, door meer te ontdekken over de natuur die ze zo vaak als vanzelfsprekend beschouwen, ook zullen leren om er beter voor te zorgen.
Want ondanks alle inspanningen gaat de biodiversiteit er nog steeds in alarmerend tempo op achteruit en volgens de EU kunnen de kansen alleen worden gekeerd als ook het publiek een handje meehelpt.
Dat is de boodschap van deze dag.

dinsdag 3 april 2012

EHS

De natuurgebieden in Nederland zijn nogal versnipperd en daardoor neemt de biodiversiteit af. De Ecologische Hoofdstructuur, de EHS, is bedoeld om de natuurgebieden te vergroten en te verbinden met hun omgeving, zodat planten en dieren zich makkelijker kunnen verspreiden. Hierdoor kunnen ze beter tegen negatieve invloeden van het milieu en in grotere gebieden kunnen natuurlijk ook meer soorten planten en dieren leven. Een goede oplossing dus.
Nu trekt opeens het kabinet Rutte zijn handen af van de EHS, de ruggengraat van de Nederlandse natuur. “Er moet herbegrenzing plaats vinden”, is de boodschap. Dat betekent dat er zogenaamde primaire en secundaire gebieden komen. In de primaire gebieden worden landbouwgronden aangekocht en ingericht, maar in de secundaire zal dat niet meer kunnen. Minstens 50% van de EHS wordt secundair!
Bleker wil bovendien de EHS die in 2018 niet gerealiseerd is, laten vervallen.
Dat is tegen alle afspraken in en volgens mij is hier sprake van onbehoorlijk bestuur, van ordinaire contractbreuk. De internationaal afgesproken verplichtingen raken steeds verder uit het zicht en dat kan toch zomaar niet.
Wat mij daarbij het meest stoort, is dat deze regering blijkbaar helemaal niks met de natuur heeft. Een ervaring van één worden met de natuur bij een zwerftocht over de Kampina op een mooie middag in het voorjaar is ze blijkbaar volstrekt vreemd. Een gevoel van respect, ontzag en verwondering tijdens een wandeling door de Oisterwijkse bossen met de prachtige vennen, die zo kenmerkend zijn voor dit gebied, is er kennelijk ook niet.
Het besef van verantwoordelijkheid voor de biodiversiteit in ons land ontbreekt. De natuur gaat in de uitverkoop. Heel verontrustend en heel armoedig...
Volgens mij heeft het geen zin meer om deze overheid te blijven wijzen op haar toezeggingen en verantwoordelijkheden. De natuurorganisaties moeten nu het initiatief maar nemen en zeggen: als de overheid het niet doet, gaan we het zelf wel doen.  Laat iedereen die wil meedoen zich maar melden.

zaterdag 3 maart 2012

Het Groene Wat? Het Groene Woud !

 

Nationaal landschap Het Groene Woud is de naam voor het ‘groene hart’
tussen Eindhoven, ’s-Hertogenbosch en Tilburg. Ons mooie Oisterwijk ligt daar midden in. De overheid riep in 2005 het gebied uit tot
Nationaal Landschap, een prima basis voor goede bescherming van dit prachtige stukje Brabant. Het is gewoon uniek: in totaal 35.000 hectare bos, moeras, heide en agrarisch land met veel populieren en vol met fiets-, wandel en ruiterpaden. Veel boeren verbouwen er streekproducten. Je denkt soms dat je nog in het Brabant van vroeger bent. Er bevinden zich natuurgebieden zoals Kampina, Oisterwijkse Bossen en Vennen, Mortelen, Geelders, Dommeldal en Scheeken. Er lopen  verschillende beken doorheen: Dommel, Beerze en Reusel.
De meesten van ons zijn er goed thuis: we
wonen en werken er, gaan of gingen er naar school, zijn er ook vaak geboren.
Veel mensen zetten er zich in voor behoud van de eigen kwaliteiten van het gebied en werken mee aan veranderingen voor een meer duurzame toekomst. Het Groene Woud moet namelijk een succesvolle, duurzame streek worden die mensen in contact brengt met de natuur, de geschiedenis en de landbouw. Dat gaat natuurlijk meer druk en drukte geven, maar dat moet wel in balans blijven met wat er altijd al was: rust, groen, schone lucht en biodiversiteit.
Nu het Rijk heeft aangegeven geen verantwoordelijkheid meer te zullen dragen voor dit Nationale Landschap, gaat er dus een nieuwe fase in, waarin we ervoor moeten zorgen dat het Groene Woud niet verloren gaat. Het is te belangrijk voor ons allemaal, of we nu ondernemer zijn, boer, bewoner, recreant of natuurliefhebber.
Maar er dreigt een te kort aan financiële middelen, waardoor een gebied zo groot als de Kampina misschien in de uitverkoop gaat. Dat is alleen te voorkomen als de provincie meer geld beschikbaar stelt nu ze zelf verantwoordelijk wordt voor het natuurbeleid.
Wij zijn overigens door deze hele operatie van onze regering dichter bij dit beleid komen te staan en moeten beseffen dat onze bijdrage nodig en mogelijk is.
Mensen doen, leert de geschiedenis, meestal het goede pas nadat ze eerst alle foute oplossingen hebben uitgeprobeerd. Vervolgens is het fascinerend om te zien met hoeveel creativiteit en inventiviteit ze dreigende problemen te lijf gaan, vaak met uitstekend resultaat. Ook nu weer.
De gemeente Oisterwijk bekijkt bijvoorbeeld de mogelijkheden om het snoeihout uit het Groene Woud te gebruiken als brandstof voor een biomassacentrale, voor duurzame energie dus.
Ook jij kunt iets betekenen: wat vind jij belangrijk om te bewaren voor later en wat heb je daar voor over, met wie wil je samenwerken, waar liggen kansen ?
Kom uit de kast en zorg er mede voor dat  we over een tiental jaren nog steeds een antwoord hebben op Het Groene Wat ?

zaterdag 4 februari 2012

Biodiversiteitstuinen.

Al weer ruim tweehonderd jaar geleden, op 14 april 1809, bezocht Lodewijk Napoleon, broer van de Franse keizer, het departement Brabant. Een van de hoogtepunten van zijn inspectietocht was het bezoek aan Tilburg, waarbij hij zelfs besloot om Tilburg tot stad te verheffen. Zijn tocht ging via Oisterwijk. 
De Franse Baan, waarschijnlijk aangelegd in de Romeinse tijd, dankt zijn naam aan Lodewijks troepen die erover richting Tilburg trokken. Ze schijnen gerust te hebben in het centrum van Oisterwijk, onder de lindeboom.
Op 28 november 2011 kwam dezelfde Franse baan in het nieuws met de ingebruikname van de Biodiversiteitstuin van park de Rosep. De wethouders Van Hezik en Wagenmakers openden de tuin door er twee inlandse bomen te planten. Om de natuurlijke balans te bevorderen zijn er inmiddels ook bramen, bessen, kruisbessen en frambozen geplant en verschillende fruitbomen. Verder mogen liefhebbers er een groentetuin ontwikkelen en eigen groenten kweken.
Bijzonder aan een biodiversiteitstuin is natuurlijk de soortenrijkdom, de biodiversiteit.
Biodiversiteit wordt steeds belangrijker, net als duurzaamheid. Niet alleen voor ecologen maar voor iedereen. Het levert een versterking op van de natuurwaarden.
Een mooi initiatief dus en wat mij betreft voor herhaling vatbaar.
Mogelijkheden genoeg zou ik denken.
Nu de huidige crisis ook de bouw treft, zullen tijdelijk braak liggende terreinen langer leeg blijven. Mooie plekken, waar al dan niet een hek of een muur omheen staat en verder niets mee gebeurt. Zonde ! Op zulke plaatsen kan een heleboel gebeuren in het kader van biodiversiteit. Een moestuin aanleggen bijvoorbeeld of tijdelijk klein groen realiseren voor en door de bewoners uit de buurt.
Zij worden zich op die manier meer bewust van gezonde voeding en realiseren zich waar groente, fruit en kruiden vandaan komen.
Ik hoor de huivering al: niets is zo langdurig als tijdelijk!
Dat hoeft niet als de politiek een handje helpt door enkele concrete uitgangspunten en maatregelen te formuleren om tijdelijk gebruik van deze braak liggende stukjes grond mogelijk te maken.
Een utopie? Helemaal niet! Ga maar eens kijken bij de natuurSUPERmarkt in de Iriswijk en de Oude Haven in Eindhoven of bij Vrij Groen, de tijdelijke biodiversiteitstuin naast de toren van Naturalis in Leiden of bij de zopas gerealiseerde biodiversiteitstuin van het Theresialyceum in Tilburg.
Ik stel me voor dat genoemde wethouders in het kader van duurzaamheidseducatie de handen ineen slaan en het initiatief nemen om, samen met 2College Durendael, van de pastoorstuin achter het kerkhof bij de Petruskerk een biodiversiteitstuin te maken. Enkele groepen leerlingen van deze scholengemeenschap hebben zich de afgelopen jaren al verdiept in een mogelijke ontwikkeling van de tuin. Schetsen liggen klaar en zijn zelfs gepresenteerd.
Zo bevorderen we niet alleen natuurwaarden, maar helpen we ook nog eens mee aan het ontstaan van een meer groene generatie.
Wie kan daar nu op tegen zijn !

woensdag 4 januari 2012

Verwondering.



Op oudejaarsdag hing opeens in onze kerstkrans naast de voordeur een rinkelend, zilveren kerstballetje met een kaartje eraan: verwondering gewenst in 2012. Deze wens geef ik graag door, met dank aan de afzender.
De oorsprong van natuurbescherming zit hem in de verwondering over de schoonheid van de natuur. Zo rond 1900 ontstond voor het eerst de behoefte om die te beschermen. De beschermers waren niet met velen, maar het was wel een gemêleerd gezelschap, bestaande uit onder meer zakenlieden, geestelijken, kunstenaars en onderwijzers. Zij verwonderden zich over de schoonheid van de natuur en hebben er in beginsel voor gezorgd dat tegenwoordig  iedereen er zo ongeveer wel van overtuigd is, dat het goed is om zorg te hebben voor de natuur.
Dan is het op zijn minst vreemd dat onze huidige overheid, met Bleker als sluipschutter op alles wat groeit en bloeit voorop, haar handen af wil trekken van de natuurbescherming. Op deze manier wordt de natuur vernield en verragt en zit er dus niets anders op dan opnieuw een natuurbeschermingsbeweging op te starten. Die begint natuurlijk bij onszelf: bij het weer leren zien en voelen en je verwonderen.
We krijgen daarbij in ieder geval steun van onze koningin, die in haar deze keer bijzonder concrete kerstboodschap, ons oproept de Henk Blekers van deze aarde te weerstaan.
Kijken, kijken, nog eens kijken en luisteren, is daarbij het devies.
Als je echt kijkt, zie je opeens hoe geraffineerd en fabelachtig slim de natuur in elkaar zit. En hoe meer je ziet, hoe meer je waardeert.
Een piepklein hagedisje, dat doodstil tussen het dorre blad zit en weet dat dit de beste manier is om bij onraad te reageren. Een kwakende heikikker, die zich tussen de waterplanten verstopt heeft. Een hamerende specht in de verte, libelles die ongewild de aandacht trekken van een boomvalk, een eekhoorn die haastig een boom in spurt, een ree die van afstand verbaasd in je richting kijkt. Stil blijven staan, want daar weet hij niet goed raad mee.
Kom achter je laptop vandaan, spring op de fiets, trek je wandelschoenen aan en ga er op uit. Achter elke boom, op elk bospaadje, in en rondom elk ven wacht wel een verrassing, ligt de verwondering op de loer.
Een geducht wapen in de strijd tegen Bleker en de zijnen.